Buigpeesletsel
Door elke vinger lopen aan de kant van de handpalm twee buigpezen; een oppervlakkige en een diepe buigpees. Beide pezen worden omgeven door een peeskoker. Om de vinger goed te kunnen buigen is het belangrijk dat de pezen ten opzichte van elkaar verschuiven en dat ze door de peeskoker kunnen glijden.
Na een verwonding of na een operatie is dat mechanisme van bewegen en van glijden aangetast. Wanneer de pezen zijn doorgesneden moeten ze, het liefst binnen 72 uur, door de plastisch chirurg weer aan elkaar worden gezet. Wordt peesletsel te laat ontdekt, dan is de pees al te veel teruggetrokken om nog te kunnen hechten. Er moet dan een peesreconstructie plaatsvinden.
Handtherapie
Na een verwonding of operatie kunnen er verklevingen tussen de pezen onderling of tussen pezen en de peeskoker ontstaan. Deze verklevingen kunnen het verschuiven en het bewegen van de pezen belemmeren, waardoor de vinger niet meer volledig kan buigen of strekken. Daarom is het belangrijk om meteen en op een verantwoorde manier met uw vinger te gaan oefenen onder begeleiding van een handtherapeut!
Na de operatie wordt binnen vijf dagen een spalk gemaakt. Vanaf dit moment kunt u onder begeleiding met de oefeningen beginnen.